Les 6
Taalvariatie
Ke + Ku
- Je kan in een gepaste communicatie situatie of context verschillende soorten afkortingen gebruiken.
- Je kan het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik aangeven.
- Je kan taalvariëteiten herkennen en het verschil aangeven tussen geschreven en gesproken taal en tussen dialect, tussentaal en standaardtaal.
- Je kan je taal aanpassen aan de ontvanger en het spreekdoel.
Begrijp je de boodschap?
Een afkorting is een verzamelnaam voor woorden die niet volledig geschreven worden.
De juiste schrijfwijze van officiële afkortingen kun je opzoeken in een woordenboek.
'Eigen' afkortingen kun je gebruiken als je snel notities wilt nemen.
- m.a.w. = met andere woorden
- d.w.z. = dit wil zeggen
- e.a. = en andere
- ...
Gepaste taal - taalregister
Formeel taalgebruik
- Je houdt je aan strikte omgangsvormen. Je gebruikt Standaardnederlands.
- Bv. Je praat met de leerkracht.
Informeel taalgebruik
- Schrijven of spreken met een vriend: je hoeft je niet aan allerlei regeltjes en afspraken te houden.
Taalvariëteit
Schrijftaal vs. spreektaal
Taal kan variëren en hangt af van de persoon tot wie jij je richt, de plaats waar jij je bevindt, de bedoeling... of van de communicatieve situatie of context.
Taal bestaat uit taalvariëteiten.
- Alle taalvariëteiten van het Standaardnederlands die vooral in geschreven teksten voorkomen, noem je schrijftaal.
- Alle taalvariëteiten die je vooral in de gesproken taal terugvindt, noem je spreektaal.
Dialect, tussentaal en Standaardnederlands
Dialect
- streekgebonden
- bv. Antwerps, West-Vlaams...
Tussentaal
- mengvorm tussen dialect en Standaardnederlands
Standaardnederlands
- taal in teksten, leerkrachten, directie...
Moeilijke woorden
- de omgangsvorm = de manier waarop mensen met elkaar omgaan
- de variëteit = deel van een soort
- het instrument = een tool of hulpmiddel; wat gebruikt wordt om een doel te begrijpen, gereedschap...