Les 3
Korte en lange zinnen
Ke + Ku
- Je kan op een correcte manier enkelvoudige en samengestelde zinnen bouwen.
- Je kan verbindingswoorden (voegwoorden) op een correcte manier in zinnen gebruiken.
- Je kan van verschillende enkelvoudige zinnen één samengestelde zin maken.
Enkelvoudige zinnen
Wat is de persoonsvorm in volgende zinnen?*
*Hoe vind je een pv? Stel een ja-nee-vraag.
- Ik eet een boterham.
- Ik zit de hele dag op twitter.
- Ik retweet nooit.
- In de avond moet ik mijn telefoon inleveren.
Hoeveel persoonsvormen zitten er in iedere zin?
Een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm.
Samengestelde zinnen
Zoek de persoonsvormen in volgende zinnen.*
*Hoe vind je een pv? Stel een ja-nee-vraag.
- De boer bewerkt het land, zodat daar weer bloemkool kan groeien.
- Doordat het de hele week heeft geregend, is wandelen in het bos geen pretje.
- In dat café kom ik graag, omdat daar altijd mooie herinneringen bovenkomen.
- Je kunt mijn fiets voor één keer lenen, of je kunt zelf een nieuwe kopen.
- Mieke bakt een taart en Petra helpt haar moeder.
Een samengestelde zin heeft meerdere persoonsvormen.
Gebruik
Twee enkelvoudige zinnen kunnen met een verbindingswoord (voegwoord) of een leesteken (komma, dubbele punt, puntkomma) met elkaar verbonden worden.
Andere verbindingswoorden (voegwoorden) die dikwijls gebruikt worden: en, maar, of.
Voor verbindingswoorden maar en want, schrijf je een komma.
In een tekst vind je een variatie: zowel enkelvoudige als samengestelde zinnen komen aan bod.